Plantenbakken zijn een geweldige toevoeging aan iedere tuin. Het ziet er mooi uit en is een waar feest voor de zintuigen. In deze blog lees je hoe je een mooie volle plantenbak het beste kunt potten.

1. Kies een pot

Tenzij je op specifieke planten bent ingesteld, is het het beste om eerst de pot te kiezen voordat je beslist wat erin gaat. Zoek naar potten in een stijl die bij je huis past. Heb je een landelijk huis? Dan past een natuurlijke plantenbak het beste. Strakke metalen plantenbakken passen weer beter bij een moderne omgeving. Verder benadrukken neutraal gekleurde potten vooral de planten, terwijl levendige planten meer aandacht vestigen op de potten zelf. Als je voor een groep plantenbakken gaat, ziet een oneven aantal potten er over het algemeen beter uit dan een even genummerde verzameling. Er zijn daarnaast ook praktische zorgen bij het kiezen van potten. Zoek voor een mengsel van planten plantenbakken van minimaal 30 centimeter breed. Eenjarigen hebben meestal ten minste 20 centimeter gronddiepte nodig, terwijl grassen en struiken twee of drie keer zoveel nodig hebben. Als je potten op een dek of op een dak plaatst, zoek dan naar lichtgewicht materialen, zoals metaal of composiet. Deze en sommige geglazuurde keramische plantenbakken hebben ook het voordeel dat ze niet-poreus zijn, dus houden ze de grond vochtiger.

2. Pot de planten

Denk verder dan alleen goudsbloemen of viooltjes. Combineer opvallende eenjarigen met siergrassen, struiken die in de herfst van bladkleur veranderen, of andere groene planten voor een duurzaam uiterlijk. Kies voor een combinatie van kleuren, texturen en bladerensoorten. Een hoog gras, een wijnstok en een plant met grote, imposante bladeren vormen een goede combinatie. Een verticaal element is belangrijk om de planthoogte te geven. Begin bijvoorbeeld met een dwergconifeer en selecteer vervolgens lager groeiende planten om rond de basis te gaan. Ook een leuke tip: laat de potkleur terugkomen in de beplanting.  Weersta daarnaast de drang om te veel verschillende soorten te verzamelen, maar houd je aan drie tot vijf soorten per plantenbak. Veel planten zijn prima, maar veel verschillende soorten planten zien er rommelig uit.

3. Kies de aarde

Het is belangrijk dat je de juiste aarde kiest bij het potten.  Goede potgrond heeft een veerkrachtige, doorlatende en luchtige structuur. In de regel bevat het een zogenoemde startdosis aan voedingstoffen waar potplanten zonder bijvoeden tenminste zes weken op moeten kunnen teren. De belangrijkste factoren voor potgrond van goede kwaliteit is de balans tussen turfstrooisel (witveen) en tuinturf (zwartveen). Witveen geeft potgrond een luchtige structuur en werkt als een soort van spons: het neemt water op en geeft dit vervolgens af aan de wortels. Daarna neemt het zijn oorspronkelijke volume weer aan. Zwartveen is afgestorven veenmos en houdt vaak gedurende een lange periode vocht vast. Maar als het eenmaal is uitgedroogd neemt het nog moeilijk water op. Als er veel zwartveen in potgrond zit is de kans groot op brokvorming.

4. Beplanting en onderhoud

Als je in grote potten ondiepe wortels wilt kweken kun je het beste de onderste helft van de plantenbak opvullen met lichtgewicht materialen zoals gebroken aardewerkscherven of hydrokorrels. Dit bevordert de afvoer en voorkomt bodemvervuiling. Begin met planten in het midden of met het grootste exemplaar, werk naar buiten en vul ze zo aan dat de planten 2,5 tot 5 centimeter onder de rand van de pot uit. Geef planten goed veel water met behulp van een gieter of een zachte spuitkop op een slang. Controleer opnieuw het niveau van de grond en voeg indien nodig meer aarde toe. Blijf vaak water geven en bemest regelmatig volgens de aanwijzingen op de verpakking. Knip uitgebloeide bloesems of takken af die te lang groeien. Met dit minimale onderhoud zullen jouw planten de hele zomer bloeien en, afhankelijk van wat u hebt geplant, zelfs nog langer!